dinsdag 5 juni 2012

Klas 5 Leesverslag Terug naar Oegstgeest-Wolkers


Algemene informatie

Auteur, titel: Jan Wolkers, Terug naar Oegstgeest.
Plaats van uitgave, jaar van uitgave, druk (jaar van eerste uitgave): Utrecht, 1985,1965.
aantal pagina's: 248.
Genre: psychologische roman.

Samenvatting

Jan wordt geboren op de 35ste verjaardag van zijn vader. Hij groeit op in een streng gereformeerd gezin dat uiteindelijk 11 kinderen zou tellen. Voor zijn ouders, die Jan graag als een braaf en gelovig jongetje zouden willen zien, is hij geen gemakkelijk kind. Het meeste contact heeft Jan met zijn oudste broer, met wie hij door gebrek aan (slaap)ruimte het bed moet delen. Jan en zijn broer hebben een haat-liefde verhouding, toch overheerst zijn bewondering voor zijn broer omdat hij tegen zijn vader in durft te gaan. In het begin van de roman neemt Jan de lezer mee naar de lager school. Hij vertelt over juffrouw Vink, op wie hij dol is, in tegenstelling tot juffrouw Hakkenberg van de tweede klas. En van zijn andere school herinnert hij zich allerlei anekdotes over de hoofdonderwijzer ‘de papegaai’. Na de lagere school bezoekt Jan de MULO, waar hij na enkele jaren van verwijderd wordt en vervolgens gaat hij helpen in de kruidenierswinkel van zijn ouders. De crisisjaren van de oorlog doen hun intrede en het gaat steeds slechter met de winkel. De ouders van Jan verhuren de middenetage van het huis en om geld voor de kapper te besparen, koopt zijn vader een tondeuse. Wanneer de winkel wordt opgeheven gaat Jan’s vader de kantine van een kasteel beheren. Omdat Jan de geloofsovertuiging van zijn ouders niet deelt, belandt hij in cirkelgang zodra hij iets heeft uitgehaald van: straf, wraak, medelijden, schuldgevoel.
Op zijn veertiende krijgt jan zijn eerste echte baantje als dierenverzorger bij het Academisch Ziekenhuis te Leiden. Hier bedrijft hij wrede spelletjes met dieren, waar het schuldgevoel later van komt. Zijn tweede baantje is tuinjongen op het landgoed van dhr. Houtheer. In de tuin tekent Jan veel en studeert hij Engels en Frans uit boeken van zijn zus. Van het geld dat hij verdient gaat hij ’s avonds naar de tekenschool. Hier ontmoet Jan een meisje die zijn vriendinnetje niet voor een lange tijd is door enkele stuntelige toenaderingspogingen van Jan.
In 1943 gaat Jan, na enkele andere baantjes gehad te hebben, op het distributiekantoor in Oegstgeest werken. In die tijd begint hij griezelverhalen te schrijven. Wanneer Jan een oproep krijgt voor de arbeidsdienst, duikt hij onder en gaat hij lampenkappen schilderen om toch nog wat (zwart) te verdienen. Het boek eindigt met het overlijden van zijn geliefde broer en de herinneringen aan hem. In de hoofdstukken ‘Terug naar Oegstgeest’ bezoekt de schrijver belangrijke plekken uit zijn jeugd zoals beide scholen, de pand van de winkel (waar inmiddels een middenstandsbank gevestigd is), de laboratoria en het landgoed (dat er verwaarloosd bij ligt). ¹

Artikel


Jan Wolkers: de Shakspeare van Nederland!

Jan Hendrik Wolkers is geboren op 26 oktober 1925 in Oegstgeest. Een week voordat hij 82 jaar werd overleed hij op zijn lievingseiland Texel. Jan Wolkers was een groot kunstenaar, want hij was beeldhouwer, schilder en schrijver. Volgens hemzelf in die volgorde. Toch kennen de meesten hem als schrijver van revolutionaire boeken.
Door Renée Overbeek.

Wolkers komt uit een streng gereformeerd gezin en is de derde van elf kinderen. Zijn vader las elke dag een half uur tot drie kwartier voor uit de statenvertaling van de bijbel. Zijn vader vertelde beeldend, daardoor sprak de bijbel Wolkers aan en inspireerde het hem.

Uit zijn eerste huwelijk met Maria de Roo heeft hij drie kinderen. De middelste daarvan, een meisje, is door een ongeluk overleden. Wolkers schrijft in 1963 een roman over haar een roos van vlees. Zijn tweede huwelijk was met Annemarie Nauta. Over zijn tijd met haar schrijft hij Turks fruit.

In 1963 ontmoette hij Karina Gnirrep met wie hij tot zijn einde samen is gebleven. In 1981 krijgt hij met haar een tweeling Bob en Tom. Over zijn kinderen zegt Wolkers: 'Het beste wat ik gemaakt heb, zijn mijn kinderen. Ik zou al mijn werk geven om ze een dag langer te laten leven.'

Inspiratie

De grootste inspiratiebronnen voor Jan Wolkers zijn de Bijbel, zijn vader, de natuur en zijn eigen leven. Veel boeken van hem zijn autobiografisch. Zo gaat het in Terug naar Oegstgeest over zijn jeugdjaren. Hij vertelt over zijn school, zijn broer, zijn ouders en hoe hij als jongen gefascineerd was door dieren. Uitvoerig beschreef hij hoe hij dieren in het vuur gooide en ratten martelde door ze met een luchtbuks af te schieten.
De natuur blijft een inspiratiebron voor hem. In 2002 en 2003 maakt hij zelfs een televisieprogramma voor kinderen, de achtertuin van Jan Wolkers.

Schrijven

Jan Wolkers debuteerde toen hij 36 jaar was met zijn roman Serpentina's Petticoat. Over het schrijven zegt hij: 'Het kwam niet in me op om te schrijven. Ik zat op de academie voor beeldende kunst. Om te schrijven moet je ergens rustig kunnen zitten en dat kon ik toen ook niet.'
Verder zegt hij ook: 'Voor schrijven moet je een ander soort geduld hebben. Je probeert een staat op te roepen waarbij de woorden gaan stromen. Dan wordt het een noodzakelijkheid. Dan móét het. En dan moet het zó, en niet anders.’

Wolkers schrijft altijd op een schrijfmachine. Als hij met de hand zou gaan schrijven zou zijn andere talent naar boven komen en zou hij alleen nog maar kunnen tekenen. Ook zit hij op een harde 'Friso Kramer' stoel, waar je kaarsrecht op zit. 'En de zitting moet hard zijn, anders krijg je van die wekige schrijversbillen. Mijn billen zijn hard en gespierd. Sommige mensen zullen nu wel zeggen: altijd al gedacht dat Wolkers' schrijven meer met zijn kont dan met zijn hersens te maken heeft.'

Schrijfstijl

Jan Wolkers schreef in korte en bondige zinnen, volgens Wolkers kwam dat, omdat hij astma had en altijd met korte zinnen had gesproken. Dit was niet de enige reden dat hij zo schreef. Hij wilde zijn zoals Shakespeare. Zijn werk moest voor iedereen te lezen zijn. 'Iedereen kan het lezen, de keukenmeid en de intellectueel.'
Dit kon volgens Wolkers alleen als je dicht bij het drama blijft en niet schrijft over andere dingen om het verhaal literair te maken.

Prijzen

Jan Wolkers was een geweldige schrijver. Met al zijn boeken kun je een boekenkast voor een groot deel vullen. Zijn boeken waren goed, hij heeft daarvoor veel prijzen kunnen krijgen. Wolkers heeft namelijk de literatuurprijs, de Constatijn Huygensprijs en de P.C. Hooft-prijs geweigerd. De procedure voor een koninklijke onderscheiding is stopgezet, omdat men verwachtte dat deze ook door hem werd geweigerd. De enige prijs die de schrijver niet heeft geweigerd is de Busken Huetprijs in 1991 voor zijn essays Tarzan in Arles.

Jan Wolkers was een beeldhouwer, schilder en schrijver. In die volgorde. Een driedubbele kunstenaar. Hij heeft volgens velen veel betekent voor de Nederlandse literatuur en ik hoor bij die velen.

Bronnen
¹http://www.studentsonly.nl/uittreksels/bv.asp?BvID=1003

klas 4 Leesverslag Zomerhuis met zwembad-Koch


Algemene informatie
Auteur: Herman Koch.
Titel: zomerhuis met zwembad.
Plaats en jaar van uitgave: Amsredam, 2011.
Druk (jaar van eerste uitgave): 2011.
Aantal pagina’s: 381.
Het genre: psychologische roman.

Samenvatting
Marc Schlosser is huisarts en heeft zijn eigen praktijk. Hij heeft 2 dochters, Julia (13) en Lisa (11). Op een gegeven moment komt Ralph Meier de praktijk van Marc binnen. Ralph is een getrouwde en bekende acteur met 2 zoons, Alex (15) en Thomas (11). Ralph is naar de praktijk gekomen omdat hij medicijnen wil, hij is te dik. Er gaat een tijd voorbij en Ralph en Marc worden vrienden. Marc krijgt een uitnodiging voor een feest van Ralph. Hij gaat daar naartoe en wordt daar uitgenodigd om met hun op vakantie te gaan naar een zomerhuis met zwembad.
Marc slaat het aanbod eerst af, maar uiteindelijk na gezeur van zijn dochters gaan ze toch. Als ze daar aankomen blijkt dat Ralph ook een andere vriend heeft uitgenodigd met zijn vriendin. Dat zijn Stanley Forbes, een beroemde Hollywood filmregisseur, en Emmanuelle.
In deze vakantie wordt Julia verkracht. Marc verdenkt Ralph ervan, maar hij kan het niet zeker weten. Toch heeft hij wraakgevoelens.
Na de zomervakantie komt Ralph de praktijk van Marc binnen met een klacht van een rare, harde bulten op zijn onderbuik. Marc ziet meteen wat het is: kanker. Hij zegt het alleen niet tegen Ralph, hij zegt dat het een vetbultje is. Uit wraak. Marc neemt weefsel af en zegt het op te sturen naar het ziekenhuis. Dit doet hij niet. Ralph vraagt of het geen problemen zal veroorzaken als hij voor 2 maanden in het buitenland gaat filmen. Marc zegt dat het niets uitmaakt. Ralph zal na het filmen te horen krijgen wat de uitslagen zijn van het onderzoek naar het weefsel. Marc weet dat door het wegnemen van weefsel bij de kankerplek, de kankercellen zich heel snel door het lichaam kunnen verspreiden.
Als Ralph na het filmen terugkomt, zegt Judith dat hij langs moet gaan bij de huisarts. Hij is futloos en voelt zich niet goed. Als hij bij Marc is vraagt hij naar de uitslagen. Marc zegt dat die er niet zijn. Het ziekenhuis heeft niets teruggestuurd. Hij schrijft hem nieuwe medicijnen voor en Ralph gaat naar huis.
Na verloop van tijd wordt Ralph echt ziek. Hij wordt door Judith naar het ziekenhuis gebracht. In het ziekenhuis komen ze erachter dat Ralph kanker heeft. Judith vraagt aan Marc of hij dat wist. Marc zegt van niet. Hij blijft volhouden met het verhaal van het vetbultje. Als Ralph en Marc even alleen zijn in de kamer vraagt Ralph Marc om een gunst. Hij vraagt Marc om een euthanasie cocktail, er is namelijk bekend dat Ralph nooit meer beter zal kunnen worden. Hij wil daarom zijn leven beëindigen. Kort daarna neem Ralph de cocktail in en gaat dood. Het ziekenhuis vraagt om een autopsie en komt erachter dat er weefsel is weggenomen. Het ziekenhuis confronteert Marc daarmee en geeft deze zaak door aan het Medisch Tuchtcollege.
Een oud-docent van Marc, die bij het Tuchtcollege werkt, krijgt de zaak in behandeling. Hij belt Marc op en adviseert hem om te vluchten naar het buitenland. Marc gaat naar Amerika, naar Stanley Forbes. Hij ziet daar de foto’s terug van de vakantie. Hij ziet een vreemde man op een aantal foto’s. Dat blijkt de monteur te zijn die de watertoevoer kwam maken in het zomerhuis, toen hij het aan Julia vroeg. Deze monteur blijkt ook de man te zijn die Julia heeft verkracht. Marc heeft weken op het juiste moment gewacht om haar deel van het verhaal van de verkrachting te horen, omdat achteraf is gebleken dat het oorspronkelijke verhaal van Julia niet klopte. Maar het juiste moment komt niet en Marc besluit om het verhaal verder te laten rusten. ¹
Recensies
Koch: Zomerhuis met zwembad *** (parool)
De nieuwe roman van Herman Koch, Zomerhuis met zwembad, die twee jaar verschijnt na zijn grote commerciële doorbraak als romanschrijver met Het diner, is meer van hetzelfde. Er zijn geweldige grappen in het begin, er is een thrillerachtige plot en uiteindelijk sla je het boek dicht met het gevoel dat je je weer behoorlijk lang hebt vermaakt met een tamelijk opgeklopt geheel. Literatuur is het niet, literatuur zal het nooit worden, maar binnen dit genre worden beslist slechtere dingen gemaakt.

Hoofdpersoon Marc Schlosser is huisarts. De eerste pakweg zestig bladzijden (het boek is een blockbuster van bijna vierhonderd pagina's) slaat hij zich er, mopperend op zijn patiënten, zijn beroep en zijn leven in het algemeen, dapper doorheen. 'In een praktijk als de mijne is het zaak om het niet te nauw te nemen met de medische normen,' deelt hij aan het begin van weer een hoofdstuk vol trefzeker chagrijn jolig mee.

Zijn patiënten hebben vrijwel allemaal een beroep in de amusementssector: film, toneel, literatuur. Zoals bekend: die kunstvormen worden in Nederland op een zeer laag niveau beoefend. Eigenlijk is het onzin dat er ook maar een cent subsidie naartoe gaat, weet Schlosser overtuigend duidelijk te maken. Maar als hun huisarts wordt Schlosser vaak uitgenodigd voor film- en toneelpremières van zijn patiënten en dan moet hij komen opdagen: 'Ik weet nooit wat ik erger vind: de film zelf, de eigenlijke toneelvoorstelling, of het rondhangen na afloop.'
Dat is allemaal prima vermaak dat Koch hier biedt. Helaas gaat Zomerhuis met zwembad uiteindelijk zelf ten onder aan dat wat in de roman wordt bestreden. In de roman wordt tussen alle grappen en grollen door weliswaar niet echt helemaal duidelijk gemaakt wat de Nederlandse film-, podium- en schrijfkunsten precies mankeert, maar wordt wel overtuigend getoond dat de beoefenaren ervan stuk voor stuk enorme zelfingenomen aanstellers zijn.

Wat inhoudelijk mis is met wat deze mensen maken, wordt onbedoeld gedemonstreerd in de rest van Zomerhuis met zwembad. Want de roman verzandt gaandeweg meer en meer in wat inmiddels wel een typisch Nederlands cultuurproduct kan worden genoemd.

Zo wemelt het van de clichématige beschrijvingen. Dat is misschien allemaal ironie, maar intussen zitten we er wel mee. Ontspannen voor je tent zitten op een camping ergens in een zuidelijk land aan zee gaat zo: 'Boven onze hoofden schitterden duizenden sterren tussen de bomen. In de diepte hoorde je zacht het dreunen van de branding.'
Nederlandse literatuur, film en toneelkunst zijn meestal niet slechts clichématig, maar ook vrijwel nooit beeldend, omdat niet goed wordt gekeken en omdat het bijzondere van het leven niet in tekst, beeld of actie wordt omgezet.

Overigens kán Koch het wel, goed waarnemen. Kijk naar dit meisje en jongetje bij een zwembad en let dan vooral op de jongen: 'En op datzelfde moment waren Lisa en Thomas naar buiten komen rennen. Judiths jongste zoon remde niet af toen hij de rand van het zwembad bereikte. Het leek of hij op het laatst niet goed kon besluiten tussen een duik of een bommetje. Half vallend, half glijdend over de natte tegels aan de rand belandde hij in een fontein van water in het zwembad.' Het meisje houdt vervolgens 'even halt aan de rand, maar toen stortte ze zich voorover in het water'. Dat is fraai en beeldend - dat is leven!

Maar meestentijds staat deze roman, net als al die andere Nederlandse succesboeken en -films van tegenwoordig, stijf van de opgeklopte gebeurtenissen en emoties, van de cursiveringen en het geschreeuw.

De verkrachting van een puberend meisje, een huisarts die een patiënt vermoordt, en een vader die met zijn dochter een duister complot smeedt... Koch wil dat we voortdurend op het puntje van onze stoel zitten. Daar slaagt hij tot op zekere hoogte in. Maar je moet dan wel je ogen dichtknijpen voor het vlakke schrijven dat je er hier en daar gratis bij krijgt. (ARIE STORM)
²
Herman Koch:
Zomerhuis met zwembad
Anthos, € 19,95.

De nieuwe Koch: Hij klinkt zo redelijk en normaal (Trouw)

Rob Schouten −29/01/11, 00:00
Net als ’Het diner’ is de nieuwe Koch een sappige en actuele zedenroman. Huisarts Marc heeft het helemaal gehad met links-libertijnse artistiekelingen.
Met ’Het diner’ scoorde Herman Koch in 2009, na een aantal aardige maar niet bijzonder opmerkelijke romans, een heuse bestseller die ook in de kritiek op overwegend positieve recensies kon rekenen. Het verhaal ging over een moreel dilemma: hoe pakken elitaire ouders hun ontspoorde zonen aan, die een zwerfster hebben vermoord?
Het verhaal sprak aan vanwege de populaire en misschien wel populistische vraag naar de onrust van deze tijd. Dat kwam denk ik mede door de opbouw, als een klassiek drama in vijf bedrijven, geordend volgens de gangen van het diner, besloten met een epiloog. Ook de aloude eenheid van tijd werd van stal gehaald: het verhaal speelt zich binnen één etmaal af. En verder kent het slechts één vertelperspectief. Het verhaal zat kortom strak in z’n vel. Dat Koch soepel kon schrijven wisten we al, maar de strenge compositie gaf het boek kennelijk ook precies de tijdloze vorm die de hedendaagse thematiek kon gebruiken.
Kochs jongste roman ’Zomerhuis met zwembad’ vertoont thematische overeenkomsten met ’Het diner’: het gaat ook weer over ouderlijke zorg en verantwoordelijkheid. Maar de vorm is minder streng, het verhaal waaiert vele kanten op. Wel is er steeds één hoofdpersoon aan het woord, in wiens beurtelings heldere en troebele gedachtenwereld Koch zich met veel inlevingsvermogen heeft verplaatst.
Marc Schlosser, huisarts, is een cynicus. Hij geeft het zelf toe. Iedere patiënt krijgt van hem twintig minuten. „Patiënten verwarren tijd met aandacht. Ze denken dat ik ze meer aandacht geef dan andere huisartsen. Maar ik geef ze alleen maar meer tijd. Wat ik moet weten heb ik na een minuut gezien.” Als puntje bij paaltje komt kan alleen zijn eigen gezin hem wat schelen, de rest is zo’n beetje de boze buitenwereld.
Terloops kom je achter allerlei hebbelijkheden van de man. Zo boezemen sommige medische afwijkingen hem vrees en afkeer in, hij wantrouwt kunstenaars en creativiteit, en stiekem heult hij met biologische ideeën die bijvoorbeeld homoseksualiteit als onnatuurlijk beschouwen. Onder een dun laagje beschaafde tolerantie gaat zo een fikse onvrede met de wereld schuil.
Als de grote toneelspeler Ralph Meier zijn praktijk bezoekt en beide gezinnen vriendschap sluiten gaat het mis. Tijdens een gezamenlijke vakantie begint Marc zich in stilte steeds meer te ergeren aan de vrije, luidruchtige, artistieke levensstijl van de overweldigende Ralph en zijn vrienden, die hij tegelijkertijd verafgoodt en verafschuwt. Als dan Marcs dochter Julia op het strand wordt aangerand, is de boot aan. Hij verdenkt de geile Ralph van de wandaad, alhoewel er geen enkel bewijs voor is, en jaagt hem ten slotte op slinkse wijze, als huisarts zeg maar, de dood in.
Ook ’Zomerhuis met zwembad’ is een moralistische vertelling geworden. Een zedenschets over libertijnse vrijheidsdrang en hang naar maatschappelijke orde, zoals die tegenwoordig zo hard botsen. Tegenover de behoudende, illusieloze Marc staan zijn tegenvoeters, acteurs en creatievelingen die met begerige blikken naar vrouwen en meisjes loeren. Dat Marc zelf ook een oogje heeft op Ralphs vrouw Judith verandert aan zijn afkeer niks. Hij is in wezen een hypocriet die, om het zo maar eens te zeggen, de balk in zijn eigen ogen niet ziet.
Een vergelijking met Grunbergs roman ’Tirza’ is intussen onontkoombaar: ook hier een door de maatschappij bedreigde middelbare vader die zijn dochter niet wil loslaten. Maar Jörgen Hofmeister uit ’Tirza’ is een zieke en verknipte figuur, Marc Schlosser komt veel minder pathologisch over. Hij lijkt meer iemand uit de school van de psychiater Theodore Dalrymple, iemand die uitsluitend mensen zelf verantwoordelijk houdt voor hun daden, niet de maatschappij. Hij klinkt vooral redelijk en normaal. „Ik wil mezelf niet op een hoger moreel plan stellen dan de mannen die zich tot kleine meisjes aangetrokken voelen. Alle mannen voelen zich tot kleine meisjes aangetrokken. Ook dat is de biologie. We kijken naar die meisjes met het oog op nageslacht: of zij binnen afzienbare tijd in staat zullen zijn het voortbestaan van de menselijke soort te waarborgen. Maar het was een andere stap om die aantrekkingskracht in de praktijk te brengen. De biologie had haar waarschuwingssystemen: bij kleine meisjes stonden alle seinen op rood. Niet doen! Afblijven! Wie toch doorgaat maakt iets kapot.”
Daar kun je niet veel op tegen hebben, en toch proef ik in Kochs boek kritiek op deze hedendaagse moralist, deze aanhanger van Dalrymple en Buikhuizen met zijn afkeer van de permissive society, die meent voor eigen rechter te mogen spelen. Eigenlijk handelt Marc uit een primitief soort paniek, omdat zijn grondgebied wordt aangetast, en de gevolgen van zijn rechtvaardigheidsgevoel zijn dan ook averechts: onrechtvaardig.
Zo gaat ’Zomerhuis met zwembad’ ten slotte aan de hand van een mislukte vakantie over de geest van deze tijd en de vernietigende kracht van onze oerinstincten. De geboren verteller Koch heeft er, het wekt geen verwondering, best een sappig verhaal van gemaakt, dat leest als een trein. Meer dan in ’Het diner’ permitteert hij zich losse eindjes, bijvoorbeeld als Marc en zijn medebestuurder voor de lol een arme campinghouder die ze van dierenmishandeling verdenken, van de weg rijden. ’Zomerhuis met zwembad’ mist zodoende wel een beetje de strakke regie, maar dat typeert ook de vrije val waarin de maatschappij lijkt te zijn geraakt. Marc Schlosser weet niet meer waar hij aan toe is, en klampt zich krampachtig vast aan zijn vooroordelen. De moderne reactionair, geen twijfel mogelijk.³


Beoordeling

Ik vind het net zoals Rob Schouten een boek dat lekker doorleest, toch had ik moeite aan het begin van het verhaal met lezen. De beschrijvingen van de patiënten vond ik nogal langdradig. Één patiënt was goed geweest en vernieuwend, de tweede vond ik ook nog leuk om te lezen, maar de derde was teveel.
Maar door het thrillerachtige plot blijf je wel benieuwd naar wat er gebeurt. Elke keer wordt er een terugblik gegeven hierdoor kom je er beetje bij beetje achter, waaraan Ralph doodgaat en wie de verkrachter is van Julia. Dit zorgt ervoor dat je nieuwsgierig blijft en door wil lezen.

Arie Storm vind een zomerhuis met zwembad een opgeklopt geheel en geen literatuur. Ik ben het niet met hem eens. Er zijn veel gebeurtenissen, maar volgens mij heeft Koch geprobeerd de gebeurtenissen tot het minimum te beperken. Koch heeft niet allerlei gebeurtenissen erbij verzonnen om het verhaal zo spannend mogelijk te maken, maar geroeid met de riemen die hij had. Dat vind ik knap, want het boek blijft spannend. Doordat er naast de verkrachting en de moord op Ralph geen onrealistische gebeurtenissen worden beschreven, blijft het boek realistisch.

Ik ben het niet met Schouten eens op het punt dat zomerhuis met zwembad strakke regie mist. Het is me niet helemaal duidelijk wat Schouten hiermee bedoelt. Maar ik vermoed dat hij vindt dat er te veel losse eindjes inzitten en dat Koch zich niet houdt aan de drie eenheden (eenheid van plaats, tijd en handeling). Er is wel één hoofdpersoon, maar er zijn meerdere plaatsen en er is een langere tijd.
Ik miste de strakke regie niet. Er waren losse eindjes, maar ik vond niet dat dit er teveel waren.
Ook miste ik de drie eenheden niet, aan deze strenge structuur houden veel schrijvers zich niet. In het diner was het verrassend dat Koch deze oude structuur gebruikte, maar had hij deze eenheden nu weer gebruikt dan was het voorspelbaar geweest en had zijn nieuwste boek veel op het diner geleken.

Samengevat is zomerhuis met zwembad een leuk boek om te lezen. Het is spannend zonder dat het onrealistisch wordt. Het leest vlot door de gemakkelijke schrijfstijl. Ook zet het je aan het denken: hoe ver moet een ouder gaan voor zijn kind? Een belangrijk, moreel vraagstuk.

Bronnen