Algemene
informatie
Auteur,
titel: Jan Wolkers, Terug naar Oegstgeest.
Plaats
van uitgave, jaar van uitgave, druk (jaar van eerste uitgave):
Utrecht, 1985,1965.
aantal
pagina's: 248.
Genre:
psychologische roman.
Samenvatting
Jan
wordt geboren op de 35ste verjaardag van zijn vader. Hij groeit op in
een streng gereformeerd gezin dat uiteindelijk 11 kinderen zou
tellen. Voor zijn ouders, die Jan graag als een braaf en gelovig
jongetje zouden willen zien, is hij geen gemakkelijk kind. Het meeste
contact heeft Jan met zijn oudste broer, met wie hij door gebrek aan
(slaap)ruimte het bed moet delen. Jan en zijn broer hebben een
haat-liefde verhouding, toch overheerst zijn bewondering voor zijn
broer omdat hij tegen zijn vader in durft te gaan. In het begin van
de roman neemt Jan de lezer mee naar de lager school. Hij vertelt
over juffrouw Vink, op wie hij dol is, in tegenstelling tot juffrouw
Hakkenberg van de tweede klas. En van zijn andere school herinnert
hij zich allerlei anekdotes over de hoofdonderwijzer ‘de papegaai’.
Na de lagere school bezoekt Jan de MULO, waar hij na enkele jaren van
verwijderd wordt en vervolgens gaat hij helpen in de
kruidenierswinkel van zijn ouders. De crisisjaren van de oorlog doen
hun intrede en het gaat steeds slechter met de winkel. De ouders van
Jan verhuren de middenetage van het huis en om geld voor de kapper te
besparen, koopt zijn vader een tondeuse. Wanneer de winkel wordt
opgeheven gaat Jan’s vader de kantine van een kasteel beheren.
Omdat Jan de geloofsovertuiging van zijn ouders niet deelt, belandt
hij in cirkelgang zodra hij iets heeft uitgehaald van: straf, wraak,
medelijden, schuldgevoel.
Op zijn veertiende krijgt jan zijn eerste echte baantje als dierenverzorger bij het Academisch Ziekenhuis te Leiden. Hier bedrijft hij wrede spelletjes met dieren, waar het schuldgevoel later van komt. Zijn tweede baantje is tuinjongen op het landgoed van dhr. Houtheer. In de tuin tekent Jan veel en studeert hij Engels en Frans uit boeken van zijn zus. Van het geld dat hij verdient gaat hij ’s avonds naar de tekenschool. Hier ontmoet Jan een meisje die zijn vriendinnetje niet voor een lange tijd is door enkele stuntelige toenaderingspogingen van Jan.
In 1943 gaat Jan, na enkele andere baantjes gehad te hebben, op het distributiekantoor in Oegstgeest werken. In die tijd begint hij griezelverhalen te schrijven. Wanneer Jan een oproep krijgt voor de arbeidsdienst, duikt hij onder en gaat hij lampenkappen schilderen om toch nog wat (zwart) te verdienen. Het boek eindigt met het overlijden van zijn geliefde broer en de herinneringen aan hem. In de hoofdstukken ‘Terug naar Oegstgeest’ bezoekt de schrijver belangrijke plekken uit zijn jeugd zoals beide scholen, de pand van de winkel (waar inmiddels een middenstandsbank gevestigd is), de laboratoria en het landgoed (dat er verwaarloosd bij ligt). ¹
Op zijn veertiende krijgt jan zijn eerste echte baantje als dierenverzorger bij het Academisch Ziekenhuis te Leiden. Hier bedrijft hij wrede spelletjes met dieren, waar het schuldgevoel later van komt. Zijn tweede baantje is tuinjongen op het landgoed van dhr. Houtheer. In de tuin tekent Jan veel en studeert hij Engels en Frans uit boeken van zijn zus. Van het geld dat hij verdient gaat hij ’s avonds naar de tekenschool. Hier ontmoet Jan een meisje die zijn vriendinnetje niet voor een lange tijd is door enkele stuntelige toenaderingspogingen van Jan.
In 1943 gaat Jan, na enkele andere baantjes gehad te hebben, op het distributiekantoor in Oegstgeest werken. In die tijd begint hij griezelverhalen te schrijven. Wanneer Jan een oproep krijgt voor de arbeidsdienst, duikt hij onder en gaat hij lampenkappen schilderen om toch nog wat (zwart) te verdienen. Het boek eindigt met het overlijden van zijn geliefde broer en de herinneringen aan hem. In de hoofdstukken ‘Terug naar Oegstgeest’ bezoekt de schrijver belangrijke plekken uit zijn jeugd zoals beide scholen, de pand van de winkel (waar inmiddels een middenstandsbank gevestigd is), de laboratoria en het landgoed (dat er verwaarloosd bij ligt). ¹
Artikel
Jan
Wolkers: de Shakspeare van Nederland!
Jan
Hendrik Wolkers is geboren op 26 oktober 1925 in Oegstgeest. Een week
voordat hij 82 jaar werd overleed hij op zijn lievingseiland Texel.
Jan Wolkers was een groot kunstenaar, want hij was beeldhouwer,
schilder en schrijver. Volgens hemzelf in die volgorde. Toch kennen
de meesten hem als schrijver van revolutionaire boeken.
Door
Renée Overbeek.
Wolkers
komt uit een streng gereformeerd gezin en is de derde van elf
kinderen. Zijn vader las elke dag een half uur tot drie kwartier voor
uit de statenvertaling van de bijbel. Zijn vader vertelde beeldend,
daardoor sprak de bijbel Wolkers aan en inspireerde het hem.
Uit
zijn eerste huwelijk met Maria de Roo heeft hij drie kinderen. De
middelste daarvan, een meisje, is door een ongeluk overleden. Wolkers
schrijft in 1963 een roman over haar een roos van vlees. Zijn
tweede huwelijk was met Annemarie Nauta. Over zijn tijd met haar
schrijft hij Turks fruit.
In 1963 ontmoette hij
Karina Gnirrep met wie hij tot zijn einde samen is gebleven. In 1981
krijgt hij met haar een tweeling Bob en Tom. Over zijn kinderen zegt
Wolkers: 'Het beste wat ik gemaakt heb, zijn mijn kinderen. Ik zou al
mijn werk geven om ze een dag langer te laten leven.'
Inspiratie
De
grootste inspiratiebronnen voor Jan Wolkers zijn de Bijbel, zijn
vader, de natuur en zijn eigen leven. Veel boeken van hem zijn
autobiografisch. Zo gaat het in Terug naar Oegstgeest
over zijn jeugdjaren. Hij vertelt over zijn school, zijn broer, zijn
ouders en hoe hij als jongen gefascineerd was door dieren. Uitvoerig
beschreef hij hoe hij dieren in het vuur gooide en ratten martelde
door ze met een luchtbuks af te schieten.
De
natuur blijft een inspiratiebron voor hem. In 2002 en 2003 maakt hij
zelfs een televisieprogramma voor kinderen, de achtertuin
van Jan Wolkers.
Schrijven
Jan Wolkers debuteerde
toen hij 36 jaar was met zijn roman Serpentina's Petticoat. Over
het schrijven zegt hij: 'Het kwam niet in me op om te schrijven. Ik
zat op de academie voor beeldende kunst. Om te schrijven moet je
ergens rustig kunnen zitten en dat kon ik toen ook niet.'
Verder zegt hij ook:
'Voor schrijven moet je een ander soort geduld
hebben. Je probeert een staat op te roepen waarbij de woorden gaan
stromen. Dan wordt het een noodzakelijkheid. Dan móét het. En dan
moet het zó, en niet anders.’
Wolkers schrijft altijd
op een schrijfmachine. Als hij met de hand zou gaan schrijven zou
zijn andere talent naar boven komen en zou hij alleen nog maar kunnen
tekenen. Ook zit hij op een harde 'Friso Kramer' stoel, waar je
kaarsrecht op zit. 'En de zitting moet hard
zijn, anders krijg je van die wekige schrijversbillen. Mijn billen
zijn hard en gespierd. Sommige mensen zullen nu wel zeggen: altijd al
gedacht dat Wolkers' schrijven meer met zijn kont dan met zijn
hersens te maken heeft.'
Schrijfstijl
Jan Wolkers schreef in
korte en bondige zinnen, volgens Wolkers kwam dat, omdat hij astma
had en altijd met korte zinnen had gesproken. Dit was niet de enige
reden dat hij zo schreef. Hij wilde zijn zoals Shakespeare. Zijn werk
moest voor iedereen te lezen zijn. 'Iedereen kan het lezen, de
keukenmeid en de intellectueel.'
Dit kon volgens Wolkers
alleen als je dicht bij het drama blijft en niet schrijft over andere
dingen om het verhaal literair te maken.
Prijzen
Jan Wolkers was een
geweldige schrijver. Met al zijn boeken kun je een boekenkast voor
een groot deel vullen. Zijn boeken waren goed, hij heeft daarvoor
veel prijzen kunnen krijgen. Wolkers heeft namelijk de
literatuurprijs, de Constatijn Huygensprijs en de P.C. Hooft-prijs
geweigerd. De procedure voor een koninklijke onderscheiding is
stopgezet, omdat men verwachtte dat deze ook door hem werd geweigerd.
De enige prijs die de schrijver niet heeft geweigerd is de Busken
Huetprijs in 1991 voor zijn essays Tarzan in Arles.
Jan Wolkers was een
beeldhouwer, schilder en schrijver. In die volgorde. Een driedubbele
kunstenaar. Hij heeft volgens velen veel betekent voor de Nederlandse
literatuur en ik hoor bij die velen.
Bronnen
¹http://www.studentsonly.nl/uittreksels/bv.asp?BvID=1003
Geen opmerkingen:
Een reactie posten